Bij ons bod schreef ik een begeleidend bericht...
“Zie je ons hier al wonen?” vroeg E. afgelopen vrijdag (2-8) toen we net jullie woning bezichtigd hadden. Ik moest even slikken: “Ja,” antwoordde ik, “heb je gezien hoe mooi het licht naar binnen valt? En heb je die houten trap, de houten balken, de kachel en de tuin gezien? Het is lekker dicht bij m’n ouders en de jongens kunnen hier heerlijk buiten spelen; in de tuin, op straat en in de wijk!”
Ik schrok een beetje van mijn antwoord, want we wonen prima; in een (huur)appartement vlakbij zee in Den Haag. 14 jaar geleden vertrok ik vanuit Zuid-Limburg naar de Randstad. In het zuiden waren destijds geen (fulltime) banen in het onderwijs en ik wilde, net afgestudeerd, graag aan de slag op een basisschool. En hoewel ik het dus prima naar mijn zin heb in de Hofstad, gaat er geen dag voorbij dat ik niet naar Limburg verlang (de bossen, de veldwegen, de heuvels).
We hebben het er vaak over gehad: “Zou je met me mee teruggaan?” E., geboren en getogen in Zoetermeer, hoefde daar nooit lang over na te denken (“Ja!”). En nu we twee jonge kinderen hebben (van 5 en 3 jaar) missen we opa en oma in de buurt en familie en vrienden.
Nog niet eerder waren er concrete plannen voor een terugkeer. We keken wel eens naar huizen en banen, maar het kwam nooit mooi samen. Tot we afgelopen vrijdag dus jullie huis binnen stapten. Dat voelde als een soort thuiskomen en wellicht is dit dan het juiste moment voor een nieuw avontuur. Niet zo groots als jullie avontuur naar Australië, maar toch… misschien… “Truuk noa ’t Zuuje”?
Wij wensen jullie veel succes met het verkoopproces.
Met vriendelijke groet,
E. & Laurien, B. en T.
Een dag later werden we gebeld door de makelaar. Ons bod was geaccepteerd, mede dankzij bovenstaand bericht. Slapeloze nachten en dagen vol huilbuien volgden. Wat gaan we doen? Waar zijn we aan begonnen?
Reacties
Een reactie posten