Vanochtend
ontmoetten we Kishna, een straatmuzikant die de Ravanhattha bespeeld. Daarna
bezochten we de Bagore-ki-Haveli, met een prachtige poppencollectie. We
besloten ons bezoek aan Udaipur met nog meer shoppen. Tijdens het shoppen
kwamen we langs een galerie met ongelooflijk mooie schilderijen. Ze leken op
het schilderij in Amber Fort, waar Dylan en ik spontaan verliefd op waren
geworden. Binnen ontmoetten we de broer van Shahid Parvez, inderdaad de
beroemde kunstenaar van het tijger-schilderij in Jaipur. Shahid zelf was er op
dat moment niet, maar zijn broer wilde maar wat graag met ons naar de
universiteit rijden of zelfs helemaal naar Jaipur (400km noordelijker) naar het
schilderij met de tijger. Helaas zat dat er qua tijd niet meer in. We kochten
in plaats daarvan een klein werkje van de grote Shahid. En we zoeken nog wat
sponsoren om ‘I love nature’ te laten overvliegen….
’s Avonds kwam het vervelendste gedeelte van de hele trip; de nachttrein naar
Delhi. Ik was vooraf vrij positief over het reizen met de trein. Hoe erg kon
het zijn? Dylan, die al de hele reis tegen dit gedeelte op zag, verzekerde me
dat het heel erg zou tegenvallen en eenmaal in de trein, deed het dat ook. Het
stonk er naar mottenballen, het matras was hard en
smal en er klonk luid gesnurk. Bijna werden Dylan en ik nog uit de trein gezet,
want onze namen stonden niet op de lijst die de conducteur in handen had.
Helaas betaalde de reisbegeleidster de opgelegde boete (beschavingsbijdrage) en
mochten we door naar Delhi. Corruptie alom.
Reacties
Een reactie posten