Op dag 5 kon ik eindelijk weer warm douchen. De voorgaande
dagen was het er geen warm water (wegens een
kapotte boiler) of was het warme
water op (wegens andere mevrouwen die voor me gingen douchen en het water
opmaakten). Na de verkwikkende douche pakten we de tent in. Op naar Bishop’s
Castle, waar we een camping gekozen hadden die volgens de Rough Guide rustig en
afgelegen was, met uitstekende sanitaire voorzieningen en ‘the biggest pet pig
you’ve ever seen’. Bij aankomst bleek dat rustige en afgelegen te kloppen. Met
die uitstekende sanitaire voorzieningen zat het ook goed (compleet
gerenoveerd). Alleen die ‘pig’ heb ik nergens kunnen ontdekken. Wel scharrelden
er kippen rond en er stonden schapen en een niezend paard in de wei.
Op weg naar Bishop’s Castle stopten we in verschillende
Engelse plaatsjes, onder andere Ludlow. Daar bezochten we geen kasteel.
Nadat onze tent op een prachtig plekje in het kleine veldje
stond, gingen we op zoek naar een pub om iets te drinken en te eten. In de
Three Thuns bestelden we een pint zelfgebrouwen bier. Met de halve liter bier
in de hand informeerden we naar de menukaart. Helaas pindakaas werd er op
zondag geen eten geserveerd. Zaten we daar met lokaal, lauw, Engels bier. Niet
echt lekker op de lege maag. Even later lallend op zoek naar een nieuwe plek om
te eten. We konden kiezen uit een chic hotelrestaurant (waar we niet echt op
gekleed waren) of een shabby Indiër. We kozen voor die laatste. Hoewel de take
away er niet uitzag, was het eten er verrukkelijk. Dit restaurant, The Ganges,
krijgt van ons dan ook de Best Indian Restaurant Award van onze vakantie. Bij
navraag naar de overheerlijke nan-broden vertelde de Indiër lachend dat ze een
grote kleioven in de keuken hadden, zo een waarin we vorig jaar in India
gebakken hadden en dat je er zelf prima een kan maken van een schoorsteen. Voor
thuis.
Reacties
Een reactie posten